Werken met kunst: een korte verheldering
Kunst en godsdienst spreken in de mens hetzelfde aan: het verlangen om de wereld als onuitputtelijke bron van zin te verkennen. Via het project ‘werken met kunst’ willen we verhelderen hoe godsdienst en kunst bevruchtend op elkaar kunnen inwerken. Dit gebeurt heel concreet aan de hand van 2 uitgewerkte voorbeelden: ‘werken met kunst in de kerstperiode’ en ‘werken met kunst in de paastijd’.
Hoe werkt het project ‘werken met kunst’?
In vijf stappen waarvan 4 ondersteund door een (taalgedifferentieerd) werkblad voor de kinderen:
- het kunstwerk laten 'werken': De kinderen bekijken de kunstwerken, laten ze op hen inwerken en wisselen hierover van gedachten.
- het kunstwerk laten 'vertellen': De kinderen bouwen een verhaal bij het kunstwerk en gooien het in de groep of in de klas.
- van schrijfwerk over verhaalkunst naar horizonverbreding: Door een Bijbelverhaal, in dit geval een geboorte- of verrijzenisverhaal, aan te bieden, komen de gevoelswereld van de kinderen en het Bijbelfragment met elkaar in aanraking.
- verhaalkunst wordt beeldende kunst: De kinderen herscheppen ofwel het Bijbelverhaal ofwel hun eigen verhaal tot een kunstwerk.
- beeldvorming in beweging: Er wordt nagegaan of via elementen van muzische vorming de kinderen vreemde aspecten doorheen het project geïntegreerd hebben.
Dit is geen rigide structuur of werkwijze. Gaandeweg zul je hier zelf creatief mee leren omspringen.
Positieve punten van dit project
- het open verloop van dit project
- het 'willekeurig' (niet noodzakelijk christelijk) materiaal maakt veelduidige interpretatie mogelijk
- ruimte voor alle dimensies van de menselijke ontwikkeling – en dus voor alle kinderen
- ontdekking van eigen én van andermans belevingswereld door middel van tekst en beeld
- de bijzondere rol van de leerkracht die het communicatieproces open kan houden
- de bevordering van de religieuze ontwikkeling doorheen het werken met tekst en beeld
- Moeilijke Bijbelverhalen zoals het geboorte- of verrijzenisverhaal krijgen een gezicht en tussen kinderen uit verschillende geloofstradities ontstaat begrip.
- mogelijkheden voor proces- en productevaluatie
De theoretische onderbouw van dit project
- De drie verschillende niveaus van geloofscommunicatie zoals het leerplan ze voorschrijft, komen aan bod. Zowel het niveau van ervaring, van betekenisverlening als van reflectie (leerplan p. 79-82) worden doorlopen.
- De open communicatiestijl zorgt ervoor dat kinderen (on)bewust doordrongen worden dat dé absolute waarheid niet bestaat.
- De leerkracht laat de kinderen 'gast' zijn en laat hen op verhalen komen op hun eigen manier zodat – zo God het wil - ook Hij zijn plaats kan krijgen in die communicatie.